Stichting Kurt Carlsen

Veel gestructureerde informatie over deze ‘standaard’ reddingboot voor kustplaatsen (zonder haven) is er niet.

Het type:

Het boottype van de Kurt Carlsen is van Deense origine en stamt uit 1922. Het type wordt de “Eierland Klasse” genoemd. De eerste reddingboot van dit type werd in de jaren twintig van de vorige eeuw gestationeerd op Texel, waar de ‘beruchte’ Eierlandse Gronden kennelijk dienden als suggestie voor de type aanduiding.

Het is een gemotoriseerde spitsgatsloep en de opvolger van gelijksoortige roeireddingssloepen.
Alle volgende boten van dit type, het werden er uiteindelijk  nog 12, zijn bij Taat in Katwijk, van voornamelijk teakhout, gebouwd. Een bootbouwer die nu niet meer bestaat maar nog wel nazaten heeft.

Voortstuwing en besturing:

In de Kurt Carlsen stond een dieselmotor, merk Perkins, type P6m. (zes cylinder) van ca. 65 PK . Deze is bij de restauratie vervangen voor een 4 cylinder Perkins met gelijke eigenschappen. De motorkoeling is indirect, via een warmtewisselaar die ingebouwd zit in de bodem, tussen de twee kielbalken.

Het roer is ophaalbaar en de schroef zit ingebouwd in een tunnel, waardoor die altijd vrij blijft van de bodem. De brandstoftank zit in de voorpiek onder het voordek. De inhoud is ca. 160 liter.

Apparatuur (1953-1990):

Tijdens de operationele tijd, van 1953 tot 1990, werden af en toe verbeteringen doorgevoerd. Zo werd er een buiskap gemonteerd voor een betere bescherming tegen de elementen. Er kwam een radarreflector op een korte mast in de voorkuip. Een marifoon en een – inmiddels wat ouderwetse – radarinstallatie ontbraken niet.

Tractor:


De tractor, is van het merk Caterpillar, en droeg de naam Zeeegel. De tractor is waterdicht gemaakt met uitlaat en luchtinlaten boven op de motorkap, waarbij de inlaten naar beneden zijn gericht. De bestuurder kan tot zijn borst in het water zitten, als dat nodig is.[/one_half]

Er zijn twee tractoren in gebruik geweest. De oudste, met een kleinere motor, type D4, is na enkele reparaties en aanpassingen in gebruik genomen. De nieuwere tractor, ook type D4,  is met de aanschaf van de boot meegekomen. Deze was in zo’n slechte staat dat hij afgevoerd is.

Ontwerp en bouwwijze:

De boot is ontworpen in combinatie met de lanceer- of bootwagen.

Het kielvlak is daarom volkomen recht (horizontaal). De boot staat op een lanceerwagen op rollen en wordt bij de lancering door de tractor van de kar in zee getrokken m.b.v. twee lanceerlijnen, waarbij een deel van de wagen naar voren kantelt. Een ingenieus maar arbeidsintensief geheel, want voor een lancering zijn alleen aan boord minstens 4 tot 5 mensen nodig. Buiten de tractorbestuurder en enkele mensen voor begeleiding op het strand.

In het ontwerp is als eis mee genomen dat overkomend zeewater binnen een aantal seconden (ca. 12 vermoeden we) weg moet lopen via 6 verticale loosgaten rechtstreeks van dek naar bodem en via vier looskleppen in elke boordzijde. De boot is echter niet zelfrichtend.

Ze is overnaads gebouwd op teakhouten spanten met kopergeklonken, teakhouten gangen. Het potdeksel is ook van teak. Het berghout is van grenen net als de afwerking rond de looskleppen.

De fenderband langs de beide boorden is van schuim overtrokken met polyester doek. (Vroeger van kurk overtrokken met linnen). Ze dient als stootkussen en ter vergroting van het drijfvermogen. De voor- en achterpiek en de banken in de kuip zijn volgestopt met schuim. De boot is daardoor onzinkbaar.

Afmetingen en gewicht:

Lengte over alles: 10:30m
Breedte: 3.14m
Diepgang: 0,60m
Ca. 5.000 kg. zonder opvarenden.

Restauratiestaat:

De KC is de originele staat van 1960 teruggebracht en heeft de status van varend monument. De aanduiding van de naam van de reddingmaatschappij KNZHRM staat daarom ook op beide boorden.

Lanceerwagen:

De originele standaard lanceerwagen, waar de naam van Leer nog op diverse plekken is terug te vinden is ook geheel gerestaureerd. Het is een ingenieuze constructie die bij een lancering op en naast de boot echter nogal wat mankracht vergt en vooral een goede coördinatie tussen schipper, bemanning en tractorbestuurder.
De tractor duwt de wagen met de boot in zee tot voldoende diepgang is bereikt. Dan laat met tegelijkertijd de boot naar voren kantelen, gooit de verbindingen tussen wagen en boot lost op vier plaatsen en de tractor rijdt achteruit en trekt via lanceerlijnen de boot het water in.

De strakke bevestiging van de boot op de wagen tot het moment van lancering is belangrijk omdat voorkomen moet worden dat een golf de boot optilt en bijvoorbeeld half van de wagen af duwt.